Platentektoniek: hoe ontstaan platen en hoe bewegen ze?
Platentektoniek is de leer over de platen. Platen zijn stukken van de aardkorst die langs elkaar heen bewegen, deze platen kunnen natuurrampen veroorzaken, maar hoe kan dit allemaal? Hierop is een antwoord te vinden in de artikelen hieronder.
Een korte inleiding
De aardkorst is opgedeeld in stukken, dit noemen we platen. Er zijn 6 grote platen die zo'n 80% van het aardoppervlak in beslag nemen. Daarbij zijn er ook nog tientallen kleinere platen die de overige 20% van het aardoppervlak vullen. Het aantal kleinere platen neemt toe, dit wilt zeggen dat er nog steeds platen bijkomen. Platen zijn altijd in beweging en ze passen als een puzzel in elkaar, dit wil zeggen dat als er 1 plaat beweegt, de andere platen ook bewegen. Er zitten geen gaten tussen de platen. Overal waar plaatgrenzen zijn is ook vulkanisme te vinden en er komen aardbevingen voor. De hoeveelheid hangt af van de bewegin van de platen. Platentektoniek is de vervorming van de aardkorst door het schuiven van de aardkorst.
We onderscheiden 3 soorten platen: oceanische platen, continentale platen en een combinatie van deze twee. De oceanische platen komen het meest voor qua oppervlakte. Deze platen bestaan uit basalt, dit is zwaar gesteente. Het zijn dunne platen van zo'n tien kilometer dikte. Oceanische platen worden niet oud, omdat ze zichzelf steeds vernieuwen. Niet oud zijn van platen is in vergelijking met de continentale platen die een paar miljard jaar oud worden. Oceanische platen worden 'slechts' een paar honderd miljoen jaar oud.
Continentale platen bestaan uit graniet dat lichter is dan basalt. Continentale platen zijn zeer vervormd, waardoor reliëf ontstaat. Een combinatie van de oceanische en de continentale plaat komt het meest voor.
Beweging van platen
De snelheid van de platen is enkele centimeters per jaar, dit lijkt niet veel, maar in 2 miljoen jaar is het toch zo'n 20 kilometer!
De platentektoniek richt zich voornamelijk op de asthenosfeer, dit is de buitenste mantel in de aardkorst die zo'n 300 kilometer dik is. Hier is min of meer vloeibaar magma dat stroomt. De energie om platen in beweging te krijgen komt uit dit magma. Er zijn zogenaamde convectiestromen die ontstaan door temperatuurverschillen, warmte stijgt op. Door deze extreme hitte als 2 van die convectiestromen bij elkaar komen smelt de aardkorst en ontstaan er breuken. Er zijn altijd temperatuurverschillen dus ook altijd stromingen. Stromingspatronen kunnen wel veranderen.